Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt gediagnosticeerd bij volwassenen die een pervasief patroon van minachting en schending van de rechten van anderen vertonen. De diagnose vereist dat de persoon minstens 18 jaar oud is. De symptomen moeten duidelijk zijn sinds de leeftijd van 15 jaar of eerder.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt gediagnosticeerd bij volwassenen die sinds hun 15e jaar een pervasief patroon van minachting en schending van de rechten van anderen vertonen. De diagnose wordt niet gesteld als dit gedrag het gevolg is van schizotypische of paranoïde persoonlijkheidsstoornissen.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt vastgesteld bij volwassenen die een patroon vertonen van minachting voor en schending van de rechten van anderen. Dit omvat wetten overtreden, liegen, stelen en geweld of intimidatie gebruiken om te krijgen wat ze willen. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis voelen zich vaak niet schuldig over hun daden en zien er misschien niets verkeerds in.
De stoornis begint meestal in de vroege volwassenheid. Symptomen kunnen zijn: problemen met autoriteitsfiguren, impulsiviteit, prikkelbaarheid of agressief gedrag, en een gebrek aan empathie voor anderen. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben vaak moeite met het aangaan van relaties en kunnen behoorlijk manipulatief zijn.
De diagnose wordt meestal op volwassen leeftijd gesteld, vaak in de late tienerjaren of vroege twintiger jaren.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt op volwassen leeftijd vastgesteld, meestal als iemand 18 jaar of ouder is. Het wordt gekenmerkt door een patroon van minachting voor en schending van de rechten van anderen, inclusief wetten en sociale normen. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben vaak geen empathie en voelen weinig schuld of wroeging voor hun daden.
Please login or Register to submit your answer