Het syndroom van Down kan al in de 10e week van de zwangerschap worden opgespoord met prenatale screeningtests. Deze tests omvatten een bloedonderzoek en een echografie. Als uit de screeningstests blijkt dat er een kans is dat de foetus het syndroom van Down heeft, wordt een diagnostische test zoals een vruchtwaterpunctie gedaan om te bepalen of de baby het syndroom van Down heeft.
Het syndroom van Down kan al na 10 weken zwangerschap van een vrouw worden opgespoord met prenatale screeningtests. De meest gebruikelijke screeningstest is de gecombineerde screening in het eerste trimester, die de resultaten van een bloedtest en een echografie combineert.
Als de screeningstest een verhoogd risico op Downsyndroom aantoont, wordt een diagnostische test zoals een vlokkentest (CVS) of vruchtwaterpunctie aangeboden om te bepalen of de baby de aandoening heeft.
Please login or Register to submit your answer