Genen vertellen je cellen hoe ze eiwitten moeten maken. Eiwitten zijn de moleculen die al het werk in je lichaam doen, van het verteren van voedsel tot het opbouwen van spieren. Genen vertellen je cellen dus eigenlijk hoe ze alles moeten doen om je in leven en gezond te houden.
Je genen komen in paren, één van elk van je ouders. De helft van je genen zit "verborgen" in het DNA in elk van je cellen, en de andere helft zit buiten de cellen. Daarom lijken we meestal op onze ouders - omdat we de helft van onze genetische informatie van hen hebben geërfd.
Genen zijn stukjes DNA die de cel vertellen welke eiwitten ze moet maken. Eiwitten zijn essentieel voor de structuur, functie en stofwisseling van de cel.
Genen zijn stukjes DNA die de instructies geven voor het maken van eiwitten. Eiwitten spelen een groot aantal rollen in het lichaam, van het geven van structuur aan cellen en weefsels, tot het katalyseren van biochemische reacties, tot het vervoeren van moleculen van het ene deel van de cel naar het andere.
Genen worden doorgegeven van ouders aan hun kinderen in een proces dat erfelijkheid heet. Tijdens de voortplanting vermengen genen van vader en moeder zich tot een nieuw gen. Dit proces wordt recombinatie genoemd. Recombinatie helpt genetische diversiteit in populaties te creëren en stelt genen in staat zich aan te passen aan veranderende milieuomstandigheden.
Please login or Register to submit your answer