Het semantisch geheugen is een onderdeel van het lange termijn geheugen en bevat voornamelijk feiten, begrippen en betekenissen. Het algehele geheugen bestaat namelijk uit het korte termijn geheugen en het lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen gebruik je tijdens korte taken, wanneer je meerdere dingen tegelijk moet doen en je daarom voor korte tijd iets moet opslaan. Het lange termijn geheugen wordt gebruikt om informatie voor langere tijd in het geheugen op te slaan. Het lange termijn geheugen bestaat weer uit het episodisch geheugen en het semantisch geheugen.
Inhoudsopgave
Verschil tussen episodisch en semantisch geheugen
Bij het opslaan van de informatie in het lange termijn geheugen wordt er een verschil gemaakt tussen het episodisch geheugen en het semantisch geheugen. In het episodisch geheugen wordt informatie over gebeurtenissen opgeslagen. In het semantisch geheugen wordt daarentegen informatie over feiten, begrippen en betekenissen weggestopt. Het gaat dan bijvoorbeeld om namen, getallen, weetjes en tekstuele informatie. Samen vormen het episodisch geheugen en het semantisch geheugen het declaratieve geheugen.
Verbindingen
Er bestaan verschillende theorieën en modellen over hoe het semantisch geheugen in elkaar zit en hoe het werkt. Iets dat al deze theorieën gemeen hebben, is dat alle opgeslagen feiten op de een of andere manier verbonden zijn door middel van betekenis. Dit is te zien tijdens zogenaamde priming taken.
Priming taken zijn taken waarop te zien is dat je gedrag verandert onder invloed van stimuli die je eerder hebt waargenomen. Een eenvoudig voorbeeld is het geven van woorden die zich richten op één onderwerp, bijvoorbeeld onvermogen, en vervolgens een neutrale film laten zien. Wanneer je mensen daarna vragen gaat stellen over de film, zie je een verschil tussen mensen die neutrale woorden te zien hebben gekregen en mensen die allemaal woorden te zien hebben gekregen die te maken hebben met onvermogen. De laatste groep mensen zal vaker een bepaalde vorm van onvermogen betrekken in hun antwoorden, terwijl de eerste groep veel neutraler zal zijn in zijn antwoorden.
Bij priming die doelt op het semantisch geheugen is te zien dat mensen sneller reageren bij woorden die qua betekenis in dezelfde categorie geplaatst kunnen worden. Dus wanneer je eerst in aanraking komt met de woordjes peer, stoel, lucht, en televisie, reageer je daarna sneller op het woord appel als dit verscholen is tussen andere woorden. Dat komt doordat peer en appel verbonden worden door de categorie ‘vrucht’. Dit geeft een idee van de manier waarop de woorden in het semantisch geheugen worden opgeslagen. Er worden dus op de een of andere manier verbindingen gelegd tussen woorden die in dezelfde categorieën geplaatst kunnen worden. Dat verklaart ook waarom we vaak ezelsbruggetjes gebruiken om zaken te onthouden. Tenzij de ezelsbruggetjes vergezocht zijn, helpen die meestal best goed bij het opslaan van feitelijke informatie, bijvoorbeeld voor een toets.
In de hersenen
Behalve dat feitelijke informatie in de hersenen op de een of andere manier zo wordt opgeslagen dat er door middel van betekenis verbindingen worden gelegd met andere woorden, is bekend dat feitelijke informatie beter wordt opgeslagen wanneer het vaak wordt herhaald, het zogenaamde stampen. Dit geldt voor alles wat met leren te maken heeft. Hoe vaker iets herhaald wordt, hoe sterker de verbindingen in de hersenen en hoe beter het dus is opgeslagen. Nadeel is wel dat zaken ook weer wegebben naarmate ze minder worden gebruikt. Use it or lose it! Behalve hoe informatie opgeslagen ligt in de hersenen, is het natuurlijk ook interessant om te weten waar deze informatie
Tot slot
Veel van de informatie waar we tegenwoordig van op de hoogte zijn, is afkomstig uit experimenten, zoals de priming taak waarover eerder gesproken is. Het is heel interessant om eens te zoeken op verschillende geheugenexperimenten. Vaak zijn ze leuk, verbazingwekkend en ze leveren veel kostbare informatie op.
Interessant!
Dan kunnen invloedrijke zéér vervelende momenten ‘verkeerd’ opgeslagen worden, omdat die als ‘normaal’ ervaren worden, en linken leggen die (vooral voor anderen) niet vanzelfsprekend zijn???