Een angststoornis betekent dat angst en paniek je leven beheersen. Iedereen voelt zich wel eens angstig. Dit is maar goed ook, want het gevoel van angst waarschuwt je voor gevaar. Hoor je bijvoorbeeld een harde klap, dan schrik je. Als je schrikt, ben je plotseling heel alert. In feite maakt je lichaam zich klaar om te vluchten, mocht dit noodzakelijk zijn. Dit is een gezonde reactie. Bij angststoornissen gaat het echter om serieuze klachten die je leven ernstig beïnvloeden.
Er zijn echter ook mensen die zich angstig voelen in situaties waarin er geen werkelijk gevaar dreigt. Deze mensen voelen zich bijvoorbeeld angstig als ze alleen thuis zijn of als ze door de supermarkt wandelen om de wekelijkse boodschappen te doen. Ook zijn er mensen die zich continu zorgen maken over van alles en nog wat. Ze piekeren de hele dag door over dingen waar andere mensen nauwelijks over nadenken. Deze mensen voelen zo veel angst, dat hun angsten ze in de weg staan in het dagelijks leven.
Je zou het misschien niet verwachten, maar bijna 20 procent van de Nederlanders heeft last van een angststoornis. Op deze pagina lees je hier meer over.
Inhoudsopgave
Wat is een angststoornis?
In een ‘normale’ situatie voel je angst bij dreigend gevaar. Als er gevaar dreigt, komt er adrenaline vrij in je lichaam. Dit stofje zorgt ervoor dat je snel kunt vluchten of juist vechten. Dit is een automatische en normale reactie van je lichaam. Ruik je bijvoorbeeld een brandlucht, dan ben je meteen alert. Er komt adrenaline vrij en hierdoor kun je direct vluchten als het nodig is.
Sommige mensen zijn angstig zonder dat er sprake is van dreigend gevaar. Dit wordt ook wel een angststoornis genoemd. Van alle Nederlanders heeft bijna 20 procent last (gehad) van deze stoornis. Dit is vervelend, want een angststoornis kan je functioneren in het dagelijks leven flink beperken.
Verschillende soorten angststoornissen
Er zijn verschillende soorten angststoornissen. Een angststoornis is in feite alleen de verzamelnaam voor al deze stoornissen. In onderstaande alinea’s zetten we de meest voorkomende angststoornissen voor je op een rij.
De gegeneraliseerde angststoornis
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis voelen zich continu angstig en bezorgd over alledaagse dingen. Ze voelen zich angstig tijdens het boodschappen doen, maar ook als ze een gesprek voeren met de buurman of als ze gewoon thuis televisie kijken. Een gegeneraliseerde angststoornis lijkt een beetje op een depressie, maar dan komen hier angstgevoelens bij kijken. Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis heeft dagelijks last van angst gerelateerde klachten, zoals zweten en hardkloppingen.
Het verschil tussen een gegeneraliseerde angststoornis en andere angststoornissen, is dat er bij een gegeneraliseerde angststoornis geen sprake is van een bepaalde situatie die de angst veroorzaakt. Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis voelt zich eigenlijk altijd angstig en bezorgd. Dit maakt het ook zo lastig om goed met de gegeneraliseerde angststoornis te leven.
De paniekstoornis
Heb je een paniekstoornis, dan heb je regelmatig last van plotselinge paniekaanvallen. Als er een paniekaanval komt, voel je je plotseling erg angstig. Je voelt een angst die eigenlijk veel te groot is voor de situatie waar je in zit: de angst is niet reëel en overkomt je gewoon. Je hebt te maken met hartkloppingen, koude rillingen, duizeligheid, zweten en trillingen. Uiteindelijk gaat een paniekaanval zelf over, maar dit kan wel even duren. Uiteraard is dit erg vervelend.
Veel mensen met een paniekstoornis ontwikkelen agorafobie. Agorafobie wordt ook wel pleinvrees genoemd en betreft de angst om een vertrouwde en veilige omgeving te verlaten. Mensen met een paniekstoornis kunnen deze fobie ontwikkelen omdat zij bang zijn voor een nieuwe aanval. Ze vermijden bepaalde situaties en omgevingen liever dan dat ze mogelijk een nieuwe aanval krijgen als ze wel naar buiten gaan.
De sociale fobie
Heb je een sociale fobie, dan ben je bang voor situaties waarin andere mensen je kritisch kunnen beoordelen. Je bent bang om belachelijk gemaakt te worden, om te blozen of om te zweten als je in het gezelschap van anderen bent. Heb je een sterke sociale fobie, dan is het erg lastig om je onder de mensen te mengen. Sommige mensen met een sociale fobie raken dan ook geïsoleerd.
Een specifieke fobie
Mensen met een specifieke fobie hebben een angst die onlogisch en overdreven is. Het gaat om een angst voor een voorwerp of een situatie. Denk hierbij aan spinnen, bloed, vliegen, hoogtes en ga zo maar door. Je kunt zelfs al angstig worden als je aan het voorwerp of de situatie denkt.
Een van de bekendste specifieke fobieën is de arachnofobie. Heb je een arachnofobie, dan ben je doodsbang voor spinnen. Ook aerofobie, de angst om te vliegen, komt veel voor in Nederland.
De posttraumatische stressstoornis
Een posttraumatische stressstoornis gaat altijd gepaard met een bepaald trauma. Dit kan een recent ongeluk zijn, maar ook een trauma uit het verleden. Denk hierbij aan misbruik of mishandeling. Een posttraumatische stressstoornis is een hevige stressreactie op dit trauma. Je hebt deze stressreactie niet alleen als je aan het trauma denkt of op een bepaalde manier aan het trauma herinnerd wordt, maar ook op gewone momenten in je dagelijks leven. Een posttraumatische stressstoornis kan je dan ook flink beperken in je functioneren.
De dwangstoornis
Velen weten het niet, maar een dwangstoornis is ook een angststoornis. Heb je een dwangstoornis, dan heb je last van terugkerende dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Deze dwanggedachten en/of dwanghandelingen worden gestuurd door een bepaalde angst. Veel mensen met een dwangstoornis zijn bang om de controle te verliezen. Ook dit is een bepaalde angst die een stoornis kan triggeren.
Een van de bekendste dwangstoornissen is de Obsessie Compulsieve Stoornis, ook wel OCS genoemd. OCS is een dwangneurose die voortkomt uit angst. Mensen met OCS wassen bijvoorbeeld 50 keer per dag hun handen, simpelweg omdat ze bang zijn dat ze anders ziek worden. De angststoornis kan zich op verschillende manieren uiten. Er zijn ook mensen met OCS die de hele dag door allerlei dwanghandelingen doen, zoals tellen of voorwerpen aanraken, omdat ze bang zijn dat er anders iets ergs gebeurt met hun naasten.
De oorzaken van een angststoornis
De oorzaken van een angststoornis zijn niet bekend. Wel weten we dat er enkele factoren zijn die het risico op een angststoornis vergroten. Deze factoren worden onderverdeeld in biologische factoren, psychische factoren en sociale factoren. Hieronder worden de belangrijkste risicofactoren voor de angststoornis kort beschreven.
Biologische factoren
Angststoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Sterker nog, specifieke fobieën zoals de arachnofobie komen maar liefst twee keer zo veel voor bij vrouwen dan bij mannen. Geslacht is dan ook een belangrijke biologische factor bij het ontstaan van een angststoornis.
Een andere biologische factor die het risico op een angststoornis vergroot, is leeftijd. De gegeneraliseerde angststoornis bestaat bijvoorbeeld op latere leeftijd, doorgaans als de patiënt tussen de 50 en 60 jaar oud is. Een paniekstoornis komt juist bij jongere mensen voor. Er zijn maar weinig mensen van 65 jaar en ouder die deze angststoornis hebben.
Tot slot spelen bepaalde stoffen in de hersenen hoogstwaarschijnlijk een rol bij het ontstaan van een gegeneraliseerde angststoornis. Heb je deze stoffen in de hersenen, dan loop je meer risico om een angststoornis te ontwikkelen.
Psychische factoren
Er zijn diverse psychische factoren die de kans op een angststoornis vergroten. Het gaat om de volgende risicofactoren:
- Een beangstigende, stressvolle en/of vernederende gebeurtenis in het verleden. Denk hierbij aan het verlies van een dierbare, maar ook aan seksueel misbruik.
- Een onveilige opvoeding, verwaarlozing of mishandeling.
- Een lange periode van zorgen. Maak je je langer dan een maand ernstig zorgen om iets, dan heb je meer kans om een angststoornis te ontwikkelen.
- Bepaalde persoonlijkheidskenmerken. Mensen met een teruggetrokken en geremd karakter krijgen vaker een angststoornis dan mensen die een minder teruggetrokken en geremd karakter hebben.
Sociale factoren
Tot slot spelen sociale factoren ook vaak een rol bij het ontstaan van een angststoornis. Mensen met een laag inkomen en een lage opleiding krijgen bijvoorbeeld vaker een angststoornis dan mensen met een hoog inkomen en een hoger opleidingsniveau.
Bovendien neemt de kans op een angststoornis toe als de eisen van je ouders of uit je directe omgeving erg hoog zijn tijdens de puberteit. Hierdoor kun je namelijk angsten krijgen, die in een langere periode uit kunnen groeien tot een angststoornis.
Is een angststoornis erfelijk?
Het is niet zo dat als jouw vader of moeder een angststoornis heeft, jij deze ook krijgt. Wel is het zo dat angst voor een klein deel kan worden verklaard uit erfelijke factoren. Heeft een van je ouders een angststoornis, dan ben je hier wel gevoeliger voor. Dit betekent echter niet dat ieder kind die een ouder met een angststoornis heeft, deze stoornis ook zal ontwikkelen.
De meest voorkomende symptomen
Welke symptomen je ervaart als je een angststoornis hebt, is afhankelijk van het soort angststoornis. Mensen met een sociale fobie ervaren bijvoorbeeld andere klachten dan mensen met een posttraumatische stressstoornis.
Wel heeft de angststoornis enkele algemene symptomen. Het gaat om symptomen die vaak voorkomen bij mensen met een angststoornis, ongeacht het soort stoornis dat ze hebben. We onderscheiden de volgende algemene symptomen:
- Zweten.
- Trillen of beven.
- Hartkloppingen.
- Tintelende ledematen.
- Verdoofde ledematen.
- Opvliegers.
- Koude rillingen.
- Duizeligheid.
- Moeite met ademhalen.
- Pijn op de borst.
- Maag- en darmklachten.
- Misselijkheid.
- Angst om de zelfbeheersing te verliezen.
- Een gevoel van onwerkelijkheid, alsof je los van jezelf staat.
De symptomen van een gegeneraliseerde angststoornis
De gegeneraliseerde angststoornis is een van de meest voorkomende angststoornissen. Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis voelen zich continu angstig. Als je je angstig voelt, heb je last van hartkloppingen en kun je bovendien overmatig zweten. Verder komen de volgende symptomen veel voor bij mensen met een gegeneraliseerde angststoornis:
- Een onrustig gevoel.
- Een gespannen gevoel.
- Vermoeidheid.
- Concentratieproblemen.
- Prikkelbaarheid.
- Gespannen spieren.
- Slaapproblemen en een verstoord slaapritme.
Hoewel deze symptomen specifiek bij de gegeneraliseerde angststoornis horen, kun je de klachten ook ervaren als je een ander soort angststoornis hebt. Het gaat om vrij algemene klachten, die veroorzaakt worden door de adrenaline in je lichaam. Deze komt vrij door de angst die je ervaart, al is deze angst niet reëel.
De gevolgen van een angststoornis
Een angststoornis kan veel gevolgen hebben, zeker als de stoornis ernstig is. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat mensen met een angststoornis een slechtere kwaliteit van leven ervaren dan mensen zonder angstklachten. Zo hebben mensen met een angststoornis bijvoorbeeld een grotere kans op het krijgen van een depressie. Ook is er een groter risico op het ontwikkelen van een verslaving. Bijvoorbeeld aan alcohol, maar ook aan drugs of medicijnen.
Bovendien ervaren mensen met een angststoornis ernstige beperkingen op diverse gebieden in hun leven. Denk hierbij aan het werk, de studie, de relatie en het gezin. Sommige mensen met een angststoornis vermijden zo veel situaties, dat ze bijna geen angst meer ervaren. Hierdoor worden ze echter wel ernstig beperkt in wat ze willen doen in het leven.
Andere mogelijke gevolgen van een angststoornis, zijn de volgende:
- Niet meer naar buiten durven gaan.
- Overmatig piekeren, ook ’s nachts. Dit heeft extreme vermoeidheid tot gevolg.
- Gezondheidsklachten, zoals hartproblemen en luchtwegaandoeningen.
Wanneer naar de huisarts?
Voel jij je regelmatig angstig en merk je dat je angstklachten langzaamaan je leven beheersen? Dan is het verstandig om naar de huisarts te gaan. Jouw angstklachten mogen je niet tegenhouden om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Gebeurt dit wel, dan is het belangrijk om zo snel mogelijk in te grijpen.
Dit doe je door een afspraak te maken met je huisarts en jouw klachten verder te laten onderzoeken. Eventueel volgt er hierna een behandeling, waardoor je angstklachten minder worden en dus een minder grote rol spelen in je dagelijks leven.
De diagnose van een angststoornis
Als je denkt dat je mogelijk te maken hebt met een angststoornis, kun je het beste naar de huisarts gaan. De huisarts kan je vervolgens doorverwijzen naar een specialist die jouw klachten verder kan onderzoeken. Heb je inderdaad een angststoornis, dan kan dezelfde of een andere specialist jouw stoornis behandelen.
Je kunt onder behandeling gaan bij een gz-psycholoog, maar ook bij een psychiater. Welke specialist je behandelt en hoe dit gebeurt, is afhankelijk van jouw klachten. In onderstaande alinea lees je meer over de behandeling van een angststoornis.
De behandeling van een angststoornis
Er zijn diverse behandelingen mogelijk bij een angststoornis. Je kunt cognitieve gedragstherapie krijgen als je een angststoornis hebt, maar ook ademhalings- en ontspanningsoefeningen kunnen je helpen om je angsten te verminderen. Tot slot kun je ook medicatie krijgen om jouw angststoornis te behandelen. In onderstaande alinea’s lees je meer over de behandelingsmogelijkheden bij een angststoornis.
Cognitieve gedragstherapie
Krijg je cognitieve gedragstherapie, dan ga je met een specialist in gesprek. Je vertelt hem of haar niet alleen meer over je klachten, maar ook over de mogelijke oorzaken van je klachten. De situaties waarin je angst en paniek voelt worden bijvoorbeeld uitvoerig besproken, net zoals de gedachten en gevoelens die je ervaart in deze situaties.
De specialist geeft je oefeningen. Deze oefeningen zijn gericht op het opzoeken van je angst, in plaats van het vermijden van je angst. Door je angst op te zoeken, word je langzaam maar zeker minder angstig. Je leert je angst te overwinnen. Dit wordt ook wel ‘exposure’ of blootstelling genoemd.
Uiteraard sta je er niet alleen voor als je jouw angst actief gaat opzoeken. Je behandelaar is nauw betrokken bij het opstellen van een exposureprogramma en monitort je voortuitgang nauwkeurig.
Ademhalings- en ontspanningsoefeningen
Zeker als je last hebt van paniekaanvallen, kan je behandelaar ervoor kiezen om je enkele ademhalings- en ontspanningsoefeningen te leren. Deze oefeningen moet je doen als je een angstig gevoel en/of een paniekaanval op voelt komen. Door de oefeningen word je rustig en blijft je angst op de achtergrond. Met de juiste ademhalings- en ontspanningsoefeningen kun je bovendien paniekaanvallen voorkomen.
Medicatie
Angststoornissen kunnen ook behandeld worden met bepaalde medicijnen. De meeste mensen met een angststoornis die medicatie gebruiken voor hun klachten, krijgen antidepressiva.
Doorgaans worden medicatie enkel voorgeschreven als de patiënt al gestart is met een psychologische behandeling, zoals cognitieve gedragstherapie. Met een psychologische behandeling is de kans dat de klachten terugkeren, namelijk het kleinst. Een medicijn laat de klachten niet voorgoed verdwijnen, maar bestrijdt enkel de symptomen van een angststoornis. Daarom wordt medicatie niet los voorschreven, maar altijd in combinatie met een psychologische behandeling. Doorgaans start deze behandeling eerst en volgen hierna pas de medicijnen.
Wat kun je zelf doen?
Heb je een angststoornis? Dan is het belangrijk om in behandeling te gaan, maar er zijn ook enkele dingen die je zelf kunt doen om jouw klachten te verminderen. We geven je graag enkele tips om jouw angsten de baas te zijn.
Lees zo veel mogelijk over je angst
Wat voor angststoornis je ook hebt: het is goed om je hier wat meer in te verdiepen. Dit doe je door zo veel mogelijk over je angststoornis te lezen. Door veel informatie over jouw stoornis te verzamelen, heb je een duidelijker beeld van wat er nu eigenlijk met je aan de hand is. Dit maakt het gemakkelijker om met je angststoornis om te gaan.
Je kunt ook informatie verzamelen uit voorlichting, bijvoorbeeld door een cursus voor angstklachten bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg te volgen. En wil je graag een cursus volgen, maar heb je geen idee waar? Informeer dan eens bij je huisarts. Je huisarts kan je hoogstwaarschijnlijk wel vertellen waar je terecht kunt met jouw informatiebehoefte.
Het is verstandig om de informatie die je hebt verzameld te delen met de mensen in jouw directe omgeving. Denk hierbij aan je familie, je partner en je beste vriend(in). Als zij wat meer inzicht hebben in jouw stoornis, kunnen ze hier namelijk beter mee omgaan.
Bepaal zelf wie je wat vertelt
Mensen kunnen schrikken als je vertelt dat je psychische klachten hebt. Bovendien kunnen mensen hier negatief op reageren. Het is dan ook niet nodig en zelfs niet verstandig om iedereen uit je omgeving te vertellen dat je een angststoornis hebt. Aan oppervlakkige kennissen kun je een beperkte versie van je verhaal vertellen. Alleen aan de mensen die écht dichtbij staan, vertel je het hele verhaal.
Je bepaalt zelf wie je wat vertelt. Vind je het geen prettig idee om jouw verhaal met een bepaald persoon in je omgeving te delen? Dan is dit ook helemaal niet nodig. Houd er wel rekening mee dat deze persoon niet op je angststoornis in kan spelen, simpelweg omdat hij of zij hier niet van op de hoogte is. Gaat het om iemand die dichtbij je staat, dan kan dit lastig zijn.
Zorg voor structuur
Structuur is erg belangrijk voor mensen met een angststoornis. Krijg je een behandeling voor jouw stoornis, dan krijgen je dagen vanzelf meer structuur. Is dit niet het geval? Dan is het belangrijk om zelf voor structuur te zorgen. Dit doe je door iedere dag rond dezelfde tijd op te staan, op vaste tijdstippen te eten en ook weer rond dezelfde tijd naar bed te gaan.
Geef zo min mogelijk toe aan de angst
Veel mensen met een angststoornis geven toe aan hun angst. Mensen met een sociale fobie doen dit bijvoorbeeld door sociale situaties zo veel mogelijk te vermijden. Het is verleidelijk om toe te geven aan je angst, simpelweg omdat je op deze manier minder last hebt van je angststoornis. Toch is dit niet aan te raden.
Geef je toe aan je angst, dan wordt jouw angst namelijk alleen maar erger. Kom je er onverwacht toch mee in aanraking, dan is je angstreactie extra hevig. Bovendien kan het toegeven aan je angst je leven flink beperken. Het is dan ook beter om niet toe te geven aan je angst.
Confronteer je angst
Het is erg goed om jezelf te confronteren met je angst. Dit doe je door jezelf in voor jou angstaanjagende situaties te brengen. Het is erg moeilijk, maar op deze manier bestrijd je jouw angst wel op de beste en meest effectieve manier.
Je kunt jezelf het beste in kleine stapjes met je angst confronteren. Heb je een sociale fobie? Ga dan niet direct naar een groot feest om jezelf met je angst te confronteren, maar spreek eens met een goede vriend(in) af. Als dit goed gaat, ga je een stapje verder. Dit doe je tot je geen last meer hebt van je angst, simpelweg omdat je jezelf met jouw angst geconfronteerd hebt en dit eigenlijk best meegevallen is.