Mensen met een wat romantische kijk op de wereld noemen oxytocine ook wel het ‘liefdeshormoon’. Oxytocine is een neuropeptide met een dubbelleven: het fungeert als hormoon en als neurotransmitter. Het versterkt sociale contacten, verhoogt vertrouwen en zorgt voor empathie. Hoe hoger het oxytocinegehalte, hoe groter ook het gevoel van vertrouwen en verbondenheid. En ja, daardoor kun je verliefd worden.
De werking van oxytocine is redelijk bekend. Het hormoon koppelt zich aan de oxytocinereceptor in de hersenen. Die wordt hierdoor geactiveerd en gevoelens van stress en andere negatieve gedachten zullen verminderen.
Onderzoekers hebben recent vastgesteld hoe genetische variaties van die receptor het signaal van het oxytocine kunnen beïnvloeden[1]. Weliswaar is dat onderzoek slechts verricht aan celculturen en met computersimulaties, maar het is een begin. De resultaten lijken ook aan te tonen waarom neussprays met oxytocine, die soms worden gebruikt bij de behandeling van autisme, in sommige gevallen niet of nauwelijks effect hebben.
De onderzoekers denken nu dat piepkleine veranderingen in het mechanisme van de interactie van oxytocine met zijn receptor psychosociale stoornissen kunnen veroorzaken. Genetische varianten van de oxytocinereceptor zijn al eerder in verband gebracht met (het ontstaan van) autismespectrumstoornissen[2]. Oorzaak en gevolg van de mechanismen die deze mutaties koppelen aan het ontstaan van autisme zijn echter nog onbekend.
Zoals zo vaak zijn er aanwijzingen dat er meer dan één oorzaak van het probleem moet zijn. Daarom zullen neussprays in het ene geval wel en in het andere geval niet werken. Zonder het specifieke mechanisme te kennen is een effectieve behandeling echter uitgesloten.
Bij dat recente onderzoek beschreven wetenschappers in detail hoe een bepaalde variant in de DNA-sequentie van de oxytocinereceptor de door hormonen geactiveerde respons van de neuronen beïnvloedt. Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt, want die receptor bestaat uit wel 389 verschillende aminozuren. De variant verschilde van het normale type in slechts een enkele subtiele verandering, maar dat zorgde wel voor een soort domino-effect in de cel.
Een ander, onverwacht resultaat van het onderzoek was dat die gemuteerde variant stabieler en actiever bleek dan de niet-gemuteerde receptor. Die mutant reageert extreem sterk op oxytocine en daarom is het verhogen van de dosis door middel van een neusspray bij dit soort patiënten niet echt een goed idee.
[1] Meyer et al: Structure-function relationships of the disease-linked A218T oxytocin receptor variant in Molecular Psychiatry – 2022
[2] Liu et al: Association of the oxytocin receptor (OXTR) gene polymorphisms with autism spectrum disorder (ASD) in the Japanese population in Journal of Human Genetics – 2010