Wetenschappers denken een verband te hebben gevonden tussen (mutaties in) het sperma van oudere mannen en een hoger risico op het krijgen van kinderen met autisme[1].
Hoewel wijsheid met de jaren komt, komt ouderdom ook met gebreken. Hoe ouder mannen zijn, hoe vaker er mutaties zullen plaatsvinden in hun cellen. Dat kán dus ook in spermacellen gebeuren en zo kunnen gezondheidsproblemen bij hun kinderen ontstaan, waaronder autisme en hartproblemen.
‘Eerdere onderzoeken vertelden ons dat spermamutaties bijdragen aan de oorzaak van aandoeningen, zoals autisme en epilepsie, maar de implicaties bij mannen zonder een familiegeschiedenis van ziekte waren volledig onbekend’, zei co-auteur van de studie, Dr. Joseph Gleeson.
Deze mutaties kunnen mogelijk de oorzaak zijn van wel 15% van de gevallen van autisme en aanverwante stoornissen, aangeboren hartaandoeningen en ernstige kinderziekten.’ Jongens hebben een tot vier maal hogere kans dan meisjes op een autisme spectrum stoornis.
Verrassend genoeg was er maar weinig verschil te ontdekken in het aantal mutaties tussen oude en jonge mannen, wat de onderzoekers deed vermoeden dat deze mutaties waarschijnlijk waren ontstaan toen de vader een embryo was en waar de mutaties onopgemerkt konden blijven totdat hij zelf kinderen kreeg.
Ze ontdekten ook dat de mutaties niet veel in aantal verschilden, waardoor de onderzoekers menen dat er een ‘stabiel risico’ op ziekte bij kinderen zal zijn. Die mutaties treden waarschijnlijk op in afzonderlijke zaadcellen.
[1] Yang et al: Developmental and temporal characteristics of clonal sperm mosaicism in Cell – 2021