DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Het is een diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen. Het is een handboek uit Amerika en het is in vele landen de standaard wanneer het om psychiatrische diagnostiek gaat. De vierde editie DSM-4 (DSM-IV) is de een-na-laatste revisie en komt uit 2000. Deze versie is later opgevolgd in 2013 met de nieuwste versie DSM-5 (DSM-V).
Inhoudsopgave
Waarom hebben we DSM nodig?
Het handboek is ontwikkeld om een einde te maken aan de grote internationale spraakverwarring binnen de literatuur van de psychische aandoeningen. De termen rondom depressie, psychose en andere zaken werd door vele auteurs compleet anders uitgelegd en ook ingevuld. Hierdoor is er veel verwarring ontstaan.
Met het DSM handboek is er een eenheid ontstaan rondom de diagnosen. Symptomen worden duidelijk omschreven, ook worden ze precies gedefinieerd en is het duidelijk om welk ziektebeeld het gaat. Ook is het duidelijk hoeveel symptomen aanwezig moeten zijn, voordat men een specifiek ziektebeeld kan bepalen bij een persoon, cliënt of patiënt.
De geschiedenis van DSM
Vanaf de 19e eeuw heeft de geneeskunde veel wetenschappelijk onderzoek gekend. Nog steeds is dit het geval. In de geestelijke gezondheidszorg is dit ook het geval. Het leidde tot het opstellen van systematische indelingen van de verschillende psychische aandoeningen. In de totaal 60 jaar dat DSM is ontwikkeld is het gegroeid van DSM 1 tot aan DSM 5. In 1952 is de eerste versie ontstaan welke in 1968 is opgevolgd met de tweede versie. Hierna is de derde ontstaan in 1980 en later een uitbreiding van deze derde versie in 1987. In het jaar 1994 is de vierde versie ontstaan. Vervolgens is er een uitbreiding gekomen van de vierde versie in 2000 en in mei 2013 de laatste en vijfde versie. De laatste versie biedt een dimensionale aanpak aan met een categoriale benadering.
Afhankelijke van de modellen van de professionals zie je biologisch georiënteerde modellen en meer theoretische aanpakken. Ze leiden allemaal tot een eigen en andere indeling. Ze worden door elkaar en naast elkaar gebruikt. Vele decennia lang werd het onderzoek gedaan naar de diagnostiek. Het was een moeizame periode om het onderzoek goed te doen. Iedere onderzoeker en behandelaar had immers zijn eigen aanpak, diagnoses en termen. Het was dus moeilijk om van een land de informatie te vergelijken met een ander land. Het was moeilijk om een oplossing te vinden.
In de jaren zestig en de jaren zeventig van de laatste eeuw kwam er volop kritiek op de lage betrouwbaarheid van specifieke diagnoses en ook op de afbakening van de grenzen tussen abnormaal en normaal gedrag (welke in de werkelijkheid veel te vaag waren). Er ontstond een duidelijk noodzaak om een heldere diagnose te stellen van professionals in de geestelijke gezondheidszorg. Het afstemmen van het gebruik van de termen was een eerste stap.
Natuurlijk zijn de klachten van een patiënt in de geestelijke gezondheidszorg nooit helemaal duidelijk. De klachten zijn vaak vaag en onduidelijk. Ook zijn ze onsamenhangend en complex. Het is moeilijk voor de behandelaar om hier een duidelijk beeld bij te krijgen. Ook zijn er vaak verschillende theorieën welke wijzen naar een specifieke behandeling of diagnose.
Duidelijkheid was duidelijk nodig in deze chaos. Om die reden is het DSM ontstaan. Het is een groot succes geworden. Inmiddels is er al een vijfde versie welke over de hele wereld gebruikt wordt. Een internationale groep van psychologen, psychiaters, epidemiologen hebben het samengesteld. Natuurlijk was de eerste versie van DSM niet perfect. Het is nog steeds niet perfect. Het is een ruwe maatstaf. Wel is er een goed hanteerbaar classificatiesysteem ontstaan.
Het doel van DSM
Het grote doel was natuurlijk om een goede classificatie te krijgen van de verschillende psychische aandoeningen. De American Pyschiatric Association heeft dit gedaan. Het doel van DSM is om het onderling vergelijken van patiënten gemakkelijker te maken zonder complexe definities te gebruiken. Het dagelijkse functioneren moet gemakkelijker worden met de hulp van DSM.
Hoe wordt DSM gebruikt?
De DSM wordt in de gezondheidszorg gebruikt en daarbuiten ook bij niet GGZ diensten. Denk hierbij aan de zorg van mensen met een functiebeperking, centra voor het begeleiden van leerlingen en ook maatschappelijke werkers. Het is een naslagwerk voor de diagnostiek van onder andere autisme. Natuurlijk zijn de symptomen van een patiënt leidend in het totale onderzoek.
De pijn welke een patiënt heeft of een typische belemmering gedurende het dagelijks functioneren zijn de maatstaf om een geestelijke afwijking te bepalen. Het moet een patroon van observeerbare gedragskenmerken en psychische kenmerken zijn. DE DSM heeft veel weg van een tuingids. Op basis van de omschrijving van zichtbare kenmerken worden psychische afwijkingen geïdentificeerd. Het moet allemaal gemakkelijk werkbaar zijn, waardoor twee verschillende waarnemers grofweg tot dezelfde conclusie komen. Ieder ziektebeeld heeft een codegetal van vijf cijfers. Er zijn nuanceringen mogelijk binnen de code. Zo is 318.00 zeer mild en is 317.01 een milde achterstand met een specifiek gedragskenmerk. Een verdieping is dus mogelijk binnen een specifieke code.
Ook zijn er speciale codes voor een conditie. Denk bijvoorbeeld aan huwelijksproblematiek met een depressie, angst of een ander psychisch lijden. De V code staat voor huwelijksproblematiek.
Er zijn een vijftal gezichtspunten of assen welke gebruikt worden bij de diagnostiek van DSM 5.
- Het gaat om de primaire symptomen. Het gaat hier om de psychische ziekte of het ziektebeeld wat altijd of voorbijgaand aanwezig is.
- De achterliggende persoonlijkheidsproblemen. Het gaat hier om specifieke en blijvende kenmerken)
- Somatische ziekten. Het gaat hier om lichamelijke ziekten, zoals een minder goed werkende schildklier welke leidt tot een depressie.
- Psychosociale en uitlokkende elementen (Een psychologische stressor, zoals bijvoorbeeld het alleen wonen na een scheiding)
- Het niveau van het functioneren (De mate waarin men zich aanpast aan de omgeving)
DSM-5 kopen
Het is nu eindelijk ook zo, dat de DSM 5 in het Nederlands beschikbaar is. Het is uitgeverij Boom welke hier het voortouw in heeft genomen. Er is nu een directe verwijzing in het Nederlands beschikbaar. Ook de Nederlandse overheid staat achter de DSM 5. Hierom is het zo goed, dat deze in het Nederlands verkrijgbaar is. Het is een boek van 1200+ pagina’s. Het beste is de hardcover variant. Deze is echter wel wat duurder dan de paperback optie.
De Nederlandse vereniging voor Psychiatrie (de NVvP) heeft geholpen bij de vertaling. Professor dr. Michiel W. Hengeveld leidde de supervisie. Hij was hoogleraar en afdelingshoofd psychiatrie bij het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.
Klik hier om het “DSM-5 handboek” aan te schaffen.
Naast het handboek zijn er nog diverse andere boeken die het gebruik van DSM-5 toelichten. Voorbeelden hiervan zijn “Werken met de DSM-5” of “Beknopt overzicht van de criteria DSM-5“. Wil je alle boeken over DSM zien? Klik dan op deze link.
De veranderingen van DSM-4 naar DSM-5
Het nieuwe handboek kent andere classificatie criteria en aangepaste teksten. Er zijn verschillende aanpassingen doorgevoerd.