Wanneer een kind slim is, wordt er vaak al snel onterecht gedacht dat het hoogbegaafd is. Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn. Daarnaast kan hoogbegaafdheid meer betekenen dan alleen heel slim zijn en veel kunnen leren. Er zijn meerdere zaken waar je het aan kunt herkennen. Zo zijn kinderen met hoogbegaafdheid vaak erg creatief in het vinden van oplossingen en kunnen ze ook een kritische instelling hebben. Waar kun je een hoogbegaafd kind nou eigenlijk aan herkennen?
Kenmerken hoogbegaafd kind
- Lang kunnen concentreren op zaken die het kind interessant vindt
- Liever willen leren dan spelen
- Een veel hogere woordenschat hebben dan leeftijdsgenoten
- Speelt liever met oudere kinderen of zelfs volwassenen
- Heeft minder slaap nodig dan leeftijdsgenoten
- Is extreem nieuwsgierig
- Heeft een snellere ontwikkeling dan leeftijdsgenoten
- Erg leergierig
Kinderen kunnen al vanaf een leeftijd van tweeënhalf een (gratis) intelligentietest doen om te kijken hoe begaafd ze zijn. Hierdoor is het al snel duidelijk of er sprake is van hoogbegaafdheid bij een kind. Wanneer jij het idee hebt dat jouw kind hoogbegaafd is – of misschien heeft de school het vermoeden – dan wordt het wel aangeraden om dit daadwerkelijk te testen. Hoogbegaafde kinderen kunnen zich sneller vervelen wanneer ze het idee hebben dat ze sneller in het leren zijn dan de rest van de klas. Ze voelen zich ook vaak onbegrepen. Het is daarom belangrijk dat ze goed gestimuleerd worden. Zowel de ouders als de school kunnen hieraan meehelpen. Let er wel op altijd naar het kind en zijn behoeftes te luisteren. Ga er nooit zomaar vanuit dat je weet wat het wil of nodig heeft.
Bij kleuters spreken we formeel nog niet over hoogbegaafdheid maar wordt de term ontwikkelingsvoorsprong gehanteerd. Een hoogbegaafde kleuter zal een ontwikkelingsvoorsprong hebben, maar niet elk kind met een ontwikkelingsvoorsprong is hoogbegaafd.
Het voorzichtige gebruik van de term ontwikkelingsvoorsprong doen we omdat juist in de kleuterperiode de voorspellende waarde van intelligentieonderzoek beperkt is (Drent & van Gerven, 2004; Peters, 2007).
“Officieel hoogbegaafd” of een ontwikkelingsvoorspring; in beide situaties is het belangrijk goed te kijken naar de behoeften van het kind en daar thuis en op school in te spelen.
